Cultuur als investering

Ik wil het met u hebben over het gesprek zoals we het hier in Breda, in Brabant, in onze samenleving voeren, moeten voeren over cultuur.
Ik heb daar van de organisatie 10 minuten voor gekregen. Dus het gaat een beetje ‘van dik hout zaagt men planken’. De nuances moet u er vanavond even zelf bij bedenken.
Ik doe het aan de hand van 6 stellingen.

1. De culturele sector moet minder praten over artistieke autonomie en intrinsieke waarde.
Ja, cultuur heeft intrinsieke waarde. Ja, artistieke autonomie heeft een functie. Maar artistieke autonomie en intrinsieke waarde zijn geen argumenten in het gesprek over de publieke verantwoordelijkheid voor kunst en cultuur. Het is erger: intrinsieke waarde en artistieke autonomie passen naadloos bij de neoliberale neiging kunst en cultuur te verbannen naar het individuele domein waarin cultuur niet meer dan een hobby is.[1]Cf. Chris van Koppen, Kunst en cultuur in een verdeelde samenleving – ‘The society, stupid!

2. De politiek moet zich bewust zijn van de maatschappelijke betekenis van kunst en cultuur.
De politiek heeft die maatschappelijke betekenis de afgelopen decennia schromelijk verwaarloosd. Zoals ze ook de maatschappelijke waarde van bijvoorbeeld onderwijs, natuur en defensie heeft verwaarloosd. De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelde het in haar rapportage over de eerste maanden van de coronacrisis vast: de politiek wordt geobsedeerd door getallen, door alles wat meetbaar is. Kwalitatieve waarden leggen het daarbij af tegen kwantitatieve waarden.[2]Onderzoeksraad voor Veiligheid, Aanpak Coronacrisis. Deel 1: tot september 2020 (Den Haag 2022), blz. 9-10, 219. En we betalen er een hoge prijs voor.
Cultuur heeft allereerst een kwalitatieve waarde. Ja, de culturele en creatieve sector levert een relevante bijdrage aan onze economie (3,7% van het bbp) en zorgt voor 4,4% van de werkgelegenheid, maar achter die cijfers schuilen veel wezenlijker waarden: de niet in cijfers uit te drukken betekenis voor creativiteit, voor integratie en maatschappelijke samenhang en – hoe hebben we het niet gevoeld de afgelopen twee jaar – voor onze gezondheid.

3. Cultuurbeleid is veel meer dan subsidiebeleid.
Ik mag graag Maxim Februari citeren, die op een congres in Den Bosch zei: Cultuursubsidies zijn er niet voor kunstenaars, cultuursubsidies zijn er voor de samenleving. Subsidies zijn investeringen in de kwaliteit van de samenleving.
Het rendement van cultuur slaat maar in heel beperkte mate neer in de culturele en creatieve sector zelf. Het landt in veel grotere mate bij de horeca en in de btw-kas van de minister van financiën. Subsidies zijn een middel waarmee de overheid haar klassieke herverdelingstaak verricht. Je kunt je zelfs afvragen of subsidie wel altijd het juiste label is dat we gebruiken voor de financiering van de culturele sector. Levert Breda Photo de stad niet gewoon een festival, zoals Heijmans de stad een weg of een brug levert?
En ook goed om u te realiseren: in de culturele en creatieve sector wordt bij lange na niet alles met subsidies gefinancierd. Grote delen van de sector krijgen helemaal geen subsidie. En daar waar wordt gesubsidieerd is altijd ook sprake van private financiering, vaak in grotere mate dan de politiek zich lijkt te realiseren. Sterker: de culturele sector is de enige sector die ik ken waar publiek-private samenwerking vanzelfsprekend en succesvol is. De culturele sector als geheel is dan ook veel minder van overheidsfinanciering afhankelijk dan bijvoorbeeld de landbouw of de wegenbouwsector.

4. Speerpunten voor gemeentelijk cultuurbeleid: educatie & participatie, erfgoed, talentontwikkeling en podia.
Breda is een stad met binnen zijn grenzen een grote kunstvakopleiding. In zijn Omgevingsvisie ambieert Breda een hoogstedelijke ontwikkeling, wil het nationaal en internationaal knooppunt zijn, profileert het zich als een ongedeelde, creatieve stad. Dat schreeuwt om een hoogstedelijke, complete culturele keten, met een infrastructuur die ook het achterland bedient. Dus:
* Educatie & participatie omdat het zorgt voor de kennismaking met kunst en cultuur, verbeeldingskracht en creativiteitsontwikkeling stimuleert en de basis is voor publieksontwikkeling.
* Erfgoed, het verhaal dat het nu wortels geeft, toen verbindt met straks, omdat het een bepalende factor is in het karakter en de identiteit van een gemeenschap.
* Talentontwikkeling omdat het makers bindt aan de lokale samenleving en vernieuwing, niet alleen in de culturele sector maar ook daarbuiten, aanjaagt.
* Podia, vertoning, expositie omdat kunst en creatie getoond en beleefd moeten kunnen worden, kleur en dynamiek geven aan de publieke ruimte.

5. Brabant en Breda doen het goed, maar er is ruimte voor verbetering.
De Brabantse culturele sector is de afgelopen jaren sterker, veel sterker geworden. Het Brabantse cultuuraanbod is rijker en gevarieerder geworden. De waardering voor dat aanbod groeide. Brabant is veel zichtbaarder geworden op de culturele kaart van Nederland. En dat betaalde zich uit. Toen ik twaalf jaar geleden naar Brabant kwam, landde nog geen twee procent van de rijksmiddelen voor cultuur in de provincie, inmiddels is het zo’n zeven procent.
Tegelijkertijd: van de 17,5 miljoen inwoners van Nederland wonen er zo’n 2,5 miljoen in Noord-Brabant, dat is bijna 15%. Dan mag je je als regionale en lokale overheid best afvragen: is 7% genoeg?
Bovendien: wanneer je constateert dat instellingen voor hoger onderwijs in Brabant moeite hebben om Nederlandse studenten van buiten de provincie aan te trekken, wanneer je constateert dat het moeite kost om de mensen die aan die instellingen studeren na hun studie in de provincie vast te houden, wanneer je in onderzoeken van Het PON en Kunstloc Brabant leest dat Brabanders voor hun cultuurconsumptie in toenemende mate hun heil buiten de provincie zoeken,[3]Bo Broers e.a., Waarde van Cultuur. De staat van de culturele sector in Noord-Brabant 2020, Tilburg 2020; Bo Broers en Bianca Koomen, Culturele smaak van Brabanders 2020. Een segmentatie van … Lees meer dan is er alle reden om kritisch en alert te blijven.
Dan is het ook goed om je te realiseren dat er door Brabantse overheden nog altijd relatief weinig aan cultuur wordt uitgegeven. Volgens het CBS besteden de gezamenlijke Brabantse overheden per hoofd van de bevolking € 116 aan cultuur in de breedste zin van het woord – in het lijstje provincies staat Brabant daarmee op de tiende plaats, ver onder Limburg en Friesland, maar ook onder Flevoland. Breda doet het, uiteraard, beter dan dit provinciale gemiddelde: volgens dezelfde CBS-cijfers besteedt de stad bijna € 170 per inwoner, maar daarmee valt de negende stad van het land in een overzicht van gemeenten met meer dan 100.000 inwoners nog altijd royaal buiten de top-10. Breda doet het minder dan Delft en net even wat beter dan Haarlemmermeer.[4]CBS, Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies (26 oktober 2020)

6. De coronacrisis is nog niet voorbij.
Ja, we mogen weer naar musea, theaters, zelfs naar festivals. Maar of het coronavirus uitgespeeld is, weten we niet. Virologen waarschuwen voor nieuwe varianten, waarschuwen dat we ons misschien in het najaar toch weer opnieuw beperkingen moeten opleggen. Het is allerminst zeker dat de werkelijkheid van vandaag ook de werkelijkheid van morgen is.
Daar komt bij: het ondernemerschap is voor de creatieve sector in de coronacrisis een valkuil gebleken. Ik heb ondernemerschap voor de creatieve sector altijd buitengewoon belangrijk gevonden. Het opereren op de grens van het publieke en private domein vraagt om bijzondere vaardigheden. Aan ondernemerschap heeft het de creatieve sector de afgelopen jaren ook niet ontbroken. Het bezuinigingsbeleid van Halbe Zijlstra heeft ertoe geleid dat in de sector krachten in vaste dienst op grote schaal plaats hebben gemaakt voor vrijwilligers en zzp’ers. In de creatieve sector is nu meer dan de helft van het aantal werkenden zelfstandig of werknemer met een tijdelijk contract. Het is daarmee de meest flexibele sector van onze economie. Maar juist die groep flex-krachten heeft moeten constateren dat voor hen de generieke maatregelen ter ondersteuning van het bedrijfsleven niet of maar zeer gedeeltelijk toegankelijk waren. Veel van die ondernemende flex-werkers dreigen nu de sector te verlaten. Hun vertrek en het afhaken van veel vrijwilligers dreigt de sector uit te hollen.
Wat we verder zien: leden van amateurverenigingen aarzelen weer bij elkaar te komen, doelgroepen van kunstencentra, theaters en musea vragen zich af hoe veilig het is om zich weer te bewegen op plekken waar het druk is, reizen is nog niet gewoon.
Programmeren is zo een risicovolle tak van sport geworden. Programmeurs kunnen weinig anders dan kiezen voor risicomijdend gedrag. Wat schadelijk is voor jong talent en wat de vernieuwing die zo nodig is, belemmert.
Herstel is dan ook niet vanzelfsprekend en heeft in ieder geval tijd nodig.[5]Cf. Cor Wijn, Bastiaan Vinkenburg, Iris Pielage, Sam Branten en Lydia Jongejans, Corona, cultuur en gemeente, deel 2 (VNG / Berenschot, januari 2022) Het gesprek over de structuur van de sector en over de toekomst van het bestel krijgt daarmee extra urgentie. En dat gesprek moet vooral niet alleen op landelijk niveau worden gevoerd, maar heel nadrukkelijk ook op lokaal en regionaal niveau, al was het maar omdat dat 60% van de reguliere jaarlijkse overheidssteun voor cultuur van lokale overheden afkomstig is.

Key note, op 9 maart 2022 uitgesproken in de Grote Kerk in Breda tijdens het cultuurdebat in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen

Referenties

Referenties
1 Cf. Chris van Koppen, Kunst en cultuur in een verdeelde samenleving – ‘The society, stupid!
2 Onderzoeksraad voor Veiligheid, Aanpak Coronacrisis. Deel 1: tot september 2020 (Den Haag 2022), blz. 9-10, 219.
3 Bo Broers e.a., Waarde van Cultuur. De staat van de culturele sector in Noord-Brabant 2020, Tilburg 2020; Bo Broers en Bianca Koomen, Culturele smaak van Brabanders 2020. Een segmentatie van verschillende cultuurtypen in Noord-Brabant, Tilburg 2020.
4 CBS, Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies (26 oktober 2020)
5 Cf. Cor Wijn, Bastiaan Vinkenburg, Iris Pielage, Sam Branten en Lydia Jongejans, Corona, cultuur en gemeente, deel 2 (VNG / Berenschot, januari 2022)

Artikel delen? Graag!

KansenKansen
Leg uit of pas aan!Leg uit of pas aan!