Gelezen
In 2003 nodigde ik, namens de Bijenkorf, Bas Heijne uit om honderd ‘boeken bij elkaar te zoeken die vanuit het heden nadachten over de wereld van nu, literatuur die alleen in onze tijd geschreven had kunnen worden en beschouwende boeken die geschiedenis en filosofie gebruiken om de confrontatie met de kwesties die ons bezighouden aan te gaan.’ Het was een opdracht die ook wel een beetje de manier typeert waarop ik zelf altijd heb gelezen en nog steeds lees, altijd op zoek naar ‘boeken waarin geworsteld wordt met de wereld’. In sommige opzichten leest de selectie uit mijn ‘leesgeschiedenis’ hieronder als een zoektocht naar de sleutel van ‘het grote wereldraadsel’. Maar ik heb die sleutel nog altijd niet gevonden. Ik blijf dus nog even lezen (wie mij op de voet wil volgen kan terecht op Goodreads) en de lijst hieronder zal zich dan ook van tijd tot tijd vernieuwen.
Philipp Blom, Wat op het spel staat
Philipp Blom kende ik als historicus. Hij schreef toonaangevende monografieën over de Verlichting en over Europa in de jaren 1900-1914 en 1918-1938. In 2017 publiceerde het Wat op het spel staat, een analyse van onze tijd waarin hij de klimaatcrisis en de digitalisering identificeert als aardverschuivingen die een bedreiging vormen voor onze fundamentele waarden: vrijheid, tolerantie, milieu, welvaart, democratie en mensenrechten.
Geert Buelens, De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis
Volgens mijn kinderen ben ik een product van de jaren zestig. Maar ik was pas 13 jaar toen, in 1968, de verbeelding het in Frankrijk moest afleggen tegen de stem van de zwijgende meerderheid, de Russen in Tsjechoslowakije afrekenden met het communisme met een menselijk gezicht en met de moord op Robert Kennedy en Martin Luther King de hoop op een progressief Amerika vervloog. En toch: de culturele omwentelingen van de jaren zestig hebben onmiskenbaar een bepalende invloed gehad op wie ik ben geworden. Geert Buelens brengt die veranderingen in hun mondiale samenhang op een schitterende wijze in kaart. Zijn boek is, zoals De Standaard schreef, ‘een geestverruimende ervaring’.
Geert Buelens, Wat we toen al wisten. De groene geschiedenis van 1972
In 1972 verscheen het eerste rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de groei. Het maakte op mij grote indruk. En niet alleen op mij. Zorg om het milieu was vanaf dat moment niet langer de hobby van natuurvrienden. Het werd een mondiaal erkend probleem. In Wat we toen al wisten reconstrueert Geert Buelens de belangrijkste wetenschappelijke, sociale, politieke, economische en geopolitieke discussies van 1972. Maar het boek is ook een verhaal over verzuim, verwaarlozing en vergetelheid. Omdat het milieubewustzijn wel groeide, maar we er niet naar wisten te handelen.
Annet Daanje, De herinnerde soldaat
Ik werd op het boek geattendeerd door een bespreking door Thomas de Veen in NRC Handelsblad. Ik citeer: ‘Het is een roman die verhaalt over oorlog en liefde, over duisternis en geluk en de even zo belangrijke alledaagsheid daartussenin, over intimiteit en begoocheling, én op een verrassende manier over identiteit. Een roman die je listig op het verkeerde been zet – en daarin doet denken aan de knappe bedrieglijkheid van Sarah Waters’ Vingervlug(2002) of De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet (2010) van David Mitchell. Die stilistisch uitdagend is, met zinnen die over de bladzijden uitwaaieren, alsof Proust of Woolf of Louis Paul Boon de pen in handen had, zinnen die voortjakkeren en dan ineens openbloeien, maar ook steeds aards en onopgesmukt van inhoud zijn. Een roman die je over hoge pieken en door diepe dalen van gevoel sleurt, zonder geëxalteerd of ongeloofwaardig te worden. Die een vervlogen wereld oproept, maar vooral personages in al hun veelzijdigheid tot leven wekt. Die fundamentele vragen stelt en soapachtig spannend is. En die magistraal van omvang is – meer dan 500 bladzijden, zo dichtbedrukt dat het er ook twee keer zo veel hadden kunnen zijn, hier past minstens tweeënhalve Buwalda in – en toch, werkelijk, geen moment verveelt.’ En De Veen zegt geen woord te veel.
Matthias M.R. Declercq, De ontdekking van Urk
Declercq was in 2009 een dag op Urk, om verslag te doen van een moordzaak. In 2019 ging hij op Urk wonen, in een poging door te dringen in wat je toch wel een bijzondere gemeenschap mag noemen. Het levert, zoals de achterplattekst van het boek zegt, een fascinerend beeld op van ‘een schimmige en tragische wereld’ van enerzijds ‘een minzaam en godvrezend volk’ en anderzijds ‘jeugdige baldadigheid, visfraude en drugs’. Maar als je een paar stappen naar achteren zet, is het meer dan een portret van een ‘gesloten en onbegrepen gemeenschap’. Het boek laat in het klein zien hoe een samenleving reageert die wordt geconfronteerd met snelle veranderingen. En zegt op die manier iets over het ongemak en de onrust die we als zo kenmerkend voor onze tijd en onze samenleving ervaren.
Elena Ferrante, De geniale vriendin
De eerste van Ferrantes vier Napolitaanse romans. Sommige mensen vinden de romans van de raadselachtige Ferrante keukenmeidenliteratuur, chicklit. Ik niet. De geniale vriendin gaat over ongelijkheid en emancipatie, over de schaarse momenten die bepalen wie we worden. HBO heeft de romans bewerkt tot een televisieserie – ik vond die bewerking minder te verdragen dan de verfilming van Veronesi’s Kalme chaos.
Johan Harstad, Max, Mischa & het Tet-offensief

Een fascinerende roman over Noorwegen, over Amerika, over religie, over communisme, over film, over toneel, over beeldende kunst. Over een Noorse jongen die met zijn ouders naar Amerika emigreert, daar bevriend raakt met een jongen met wie hij de fascinatie voor de film Apocalyps Now deelt, scenarioschrijver wordt en een relatie krijgt met een mevrouw die schildert. Volgens recensies gaat het boek over eenzaamheid, over hoe eenzaam iedereen uiteindelijk is. Ik aarzel. Ja, het gaat over eenzaamheid, maar het boek eindigt hoopvol. Ik vraag me af of al die recensenten het laatste hoofdstuk van dit inderdaad heel dikke boek hebben gehaald.
Klaartje Heerze-te Winkel, Van Klaartje naar Chiara. De vele gezichten van Umbrië
Toen mijn collega Klaartje Heerze in 2008 afscheid nam van de uitgeverij en met man en dochter van vijf maanden vertrok naar Umbrië, zei ik tegen haar: schrijven kan je, dus ga schrijven over wat je meemaakt, ooit levert dat een fantastisch boek op. Het heeft even geduurd, maar in 2022 verscheen dat boek, met soms grappige, soms ontroerende verhalen, die duidelijk maken dat bij een goede voorbereiding en enig doorzettingsvermogen emigratie niet vanzelfsprekend gepaard gaat met de chaos die een programma als ‘Ik vertrek’ en zijn vele klonen zo graag suggereren. Maar de verhalen verkennen ook de werkelijkheid achter heel abstracte begrippen als integratie en identiteit. Om uiteindelijk heel voorzichtig een antwoord te geven op de vraag die haar gasten haar al bijna vijftien jaar stellen: waar voel je je ‘thuis’?
Bas Heijne, Mens/Onmens
Ik ben altijd een aandachtig lezer van de essays van Bas Heijne geweest. In Mens/Onmens is hij tastend op zoek naar antwoorden op ook voor mij heel essentiële vragen: hoe kunnen we solidair zijn in een wereld die steeds meer versplinterd is, waarin iedereen op zoek is naar iets groters en het algemeen belang het zo vaak aflegt tegen het eigenbelang?
Sander Heijne en Hendrik Noten, Fantoomgroei
Bert Wagendorp waarschuwde in de Volkskrant voor dit boek: ‘het lezen van Fantoomgroei maakt je woedend. De Nederlandse burger is door opeenvolgende regeringen op groteske wijze genaaid. Opeens begrijp je hoe revoluties ontstaan.’ Wie mijn schrijfsels de afgelopen jaren een beetje heeft gevolg, zal veel herkennen. Het beginpunt van Heijne en Noten is hetzelfde rapport van de Rabobank uit februari 2018 waar ik zelf in mijn verhaaltjes over onderwijs en cultuur ook regelmatig naar heb verwezen.
Frans Kellendonk, Mystiek lichaam
De veel te jong verleden Kellendonk is, in ieder geval in mijn ogen, de belangrijkste Nederlandse schrijver van ‘mijn’ generatie. Mystiek lichaam is, aldus Bas Heijne, een ‘wrange, door en door ironische familieroman op het scherpt van de snede’, waarin racisme, antisemitisme, katholicisme, liefde, seks, homoseksualiteit, AIDS, sterven en dood een prominente rol spelen. Bij verschijnen omstreden (wegens het onverhulde antisemitisme van een van de hoofdfiguren), maar inmiddels een klassieker.
Jonathan Littell, De welwillenden
Littell is een Amerikaanse schrijver. Maar De welwillenden schreef hij in het Frans. En hij kreeg er in 2006 de Prix Goncourt voor. Het is een huiveringwekkend boek. Omdat het je de Tweede Wereldoorlog en de gruwelen aan het Oostfront laat meemaken vanuit het perspectief van de dader. De roman leest als de autobiografie van een voormalige SS-Obersturmbahnfürher en op enig moment ontdek je tot je schrik bij jezelf de neiging je te identificeren met de ik-figuur.
Anthony Marra, Een stelsel van elementaire levensvoorwaarden
Marra’s boek dateert uit 2013. Het is veelvuldig bekroond, zo vaak dat Marra sindsdien van schrik geen roman meer gepubliceerd heeft (wel verhalen). Het speelt zich af in Tsjetsjenië. Het laat zien hoe gruwelijk oorlog is, hoe gruwelijk de Russen oorlog voeren. Ik moest er de afgelopen maanden weer regelmatig aan denken, heb hele stukken herlezen. Het is, vrees ik, opnieuw actueel.
Bram Mellink en Merijn Oudenampsen, Neoliberalisme. Een Nederlandse geschiedenis
Bij de behandeling van de voorjaarsnota in 2022 zei premier Mark Rutte over het in brede kring verguisde neoliberalisme: ‘dat hebben we gelukkig ook niet in Nederland.’ In hun studie over het Nederlandse neoliberalisme tonen Mellink en Oudenampsen op overtuigende wijze aan hoezeer de historicus Rutte hier de plank mis sloeg. Mellink en Oudenamspen laten zien hoe het neoliberalisme in Nederland vanaf de jaren dertig een lange mars door de instituties maakte en hoe het neoliberale marktdenken via sleutelfiguren als Willem Drees jr., Jelle Zijlstra en Frans Rutte greep kreeg op voor het regeringsbeleid cruciale instituties als het Centraal Planbureau, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en verschillende ministeries.
Marieke Lucas Rijneveld, Mijn lieve gunsteling
Mijn lieve gunsteling is de tweede roman van de Brabantse Marieke Lucas Rijnveld en ik vond deze tweede (nog) beter dan haar ook internationaal heel succesvolle debuut De avond is ongemak. Beide romans staan op het eerste gezicht misschien in een Nederlandse traditie, waarin een traumatische jeugd voldoende voorwaarde lijkt voor literair succes. Maar Rijneveld noemde het boek zelf een liefdesroman en tilt het daarmee als het ware in één keer naar een hoger plan, maakt het tot een roman over de betrekkelijkheid van goed en kwaad.
José Saramago, De stad der blinden
Een stad wordt getroffen door een epidemie waarbij steeds meer mensen blind worden. Overheidsingrijpen baat niet, paniek en wetteloosheid grijpen om zich heen. José Saramago’s roman De stad der blinden gaat over goed en kwaad en over de vraag of menselijkheid overeind blijft wanneer er een genadeloze strijd moet worden geleverd om te overleven.
Sandro Veronesi, Kalme chaos

Veronesi is misschien wel de belangrijkste hedendaagse Italiaanse auteur. Kalme chaos is zijn belangrijkste boek, over het verschil tussen succes en geluk. En voor de liefhebbers: het is een van de weinige boeken waarvan ik de verfilming (door Antonio Grimaldi, met Nanni Moretti in de hoofdrol) te verdragen vind naast de roman.
Auke van der Woud, De nieuwe mens. De culturele revolutie in Nederland rond 1900
Van der Woud is emeritus hoogleraar architectuur en stedenbouwgeschiedenis. Hij schreef een reeks van boeken over het ontstaan van het moderne Nederland. De nieuw mens gaat over het cultuurconflict tussen de traditionele, elitaire en ideële hoge cultuur en de zich ontwikkelende brede en materialistische massacultuur dat in de late negentiende eeuw ontstond en dat op de dag van vandaag narommelt.
Ook aanbevolen: Casa San Carlo
Klaartje en Torben Heerze wonen sinds 2008 met hun kinderen, Giulia en Elena, op Casa San Carlo. Het is een fantastisch huis met een spectaculair uitzicht, een groot zwembad, een gezellige gemeenschappelijke woonkamer, ruime appartementen, een overdekt terras en een gigantische grill in de keuken. Het ligt in een paradijselijke omgeving, op een heuvel even buiten Monteleone d’Orvieto, midden in Umbrië, het groene hart van Italië. Ideaal uitgangspunt voor fiets- en wandeltochten, voor uitstapjes naar Orvieto en Perugia, of, wat verder weg, Rome en Florence. Het is een prettig, comfortabel vakantieadres, waar je je eigen gang kunt gaan, maar waar als je dat wil of als het nodig is Klaartje en Torben altijd klaarstaan om je op weg te helpen om Umbrië te (her)ontdekken. Wie geen zin heeft om boodschappen te doen, kan voor het ontbijt en de avondmaaltijd (met een ruime keuze van kwaliteitswijnen afkomstig van kleinere wijnhuizen en bijzondere familiewijngaarden) aanschuiven. En: die wijnen en de olijfolie exporteren ze ook naar Nederland. Vanuit hun webwinkel worden wijn, olie en, desgewenst, kerstpakketten worden aan huis bezorgd.
Van harte aanbevolen!