Leg uit of pas aan!

In de Tilburgse LocHal werd op 21 juni de derde editie van de Waarde van Cultuur gepresenteerd, een tweejaarlijks onderzoek naar ‘de staat van de culturele sector in Noord-Brabant’. Interessant ook voor iedereen buiten Brabant, omdat de Brabantse cijfers in een landelijk perspectief worden gezet. En deze keer extra interessant omdat het het eerste breed opgezette onderzoek is dat inzicht geeft in de effecten van de coronacrisis op de culturele sector.[1]Bo Broers, Henk Vinken, Gosuin van Heeswijk (coördinatie en redactie), Waarde van Cultuur 2022, Kunstloc Brabant, Het PON & Telos, Pyrrhula Research Consultants, Boekmanstichting 2022. Eerdere … Lees meer

Corona

De sector is uiteraard zwaar beschadigd door de coronacrisis en misschien nog wel meer door de soms achteloze wijze waarop politiek en bestuurders tijdens die crisis met de sector zijn omgesprongen. De Waarde van Cultuur maakt de effecten daarvan heel zichtbaar. Het aanbod en de activiteiten van instellingen nam dramatisch af (in Brabant overigens niet sterker dan elders), maar inmiddels lijkt het herstel ingezet. Dat herstel is wel fragiel. Het publiek blijft op veel plaatsen nog weg en er zijn personele problemen. Instellingen hebben vooral voor hun zzp’ers en 0-urencontracters niet goed gezorgd. Die hebben, zeker in ondersteunende functies, in grote aantallen de culturele sector verlaten en lijken, nu de crisis achter de rug lijkt, niet terug te komen. Makers hebben nog te maken met het wegvallen van vraag en opdrachten. En ook hier: niet minder dan 30% is buiten de eigen discipline of zelfs buiten de sector (met name in het onderwijs) gaan werken.[2]Waarde van Cultuur 2022, blz. 149-160. De gevolgen voor de werkgelegenheid zijn ronduit spectaculair. Het verbaast niet dat de werkgelegenheid in de creatieve sector en met name in de subsector kunsten en cultureel erfgoed sterk is afgenomen. Maar opvallend is wel dat het baanverlies in Brabant veel groter is dan landelijk gemiddeld. In voltijdsequivalenten (vte’s) hebben we het voor de creatieve sector als geheel over een verlies van 14% (tegenover landelijk 8%), voor de subsector kunsten en erfgoed over 18% (tegenover landelijk 12%). Met name werknemers met kleinschalige banen hebben de sector verlaten. Die groep, met vaak een tweede baan buiten de sector, is in Brabant vanouds groot: in 2020 had 18% van de banen in de Brabantse creatieve sector een omvang van minder dan 12 uur, tegen 12% landelijk. Juist in die categorie daalde het aantal banen in het eerste coronajaar het sterkst: in Brabant met 30%, landelijk met 24%.[3]Waarde van Cultuur 2022, blz. 113-120. En daarbij moeten we ons realiseren dat, los van de vrees dat de coronacrisis niet voorbij is en een opleving van het virus opnieuw tot beperkingen zal leiden, deze cijfers geen compleet inzicht geven in de tot nu toe aangerichte schade. Ze laten nog niet zien wat de effecten van het tweede coronajaar op de werkgelegenheid zijn en cijfers die zichtbaar maken of en hoeveel zelfstandigen na de uitbraak van de pandemie met hun werkzaamheden zijn gestopt zijn nog niet beschikbaar.[4]Waarde van Cultuur 2022, blz. 120-121. Er is weinig reden heel optimistisch over die cijfers te zijn. Juist de categorie zzp’ers (in Brabant vanouds ook nog eens veel groter dan landelijk gemiddeld) viel bij de overheidsmaatregelen die beoogden de sector te ondersteunen veelal tussen wal en schip – de generieke regelingen bleken voor hen niet of maar zeer gedeeltelijk toegankelijk.

Kwetsbaarheid

De werkgelegenheidscijferscijfers laten iets zien van de relatieve kwetsbaarheid van de Brabantse culturele sector. Die blijkt ook elders uit de Waarde van Cultuur. Weliswaar wordt cultuur door Brabanders onverminderd hoog gewaardeerd[5]Waarde van Cultuur 2022, blz. 59. en worden infrastructuur en aanbod in het onderzoek gekwalificeerd als stabiel, maar het is wel stabiel op een laag niveau. Op bijna alle terreinen neemt Brabant, economisch en demografisch de derde provincie van het land, ten opzichte van andere provincies een positie in de lage middenmoot in.[6]Waarde van Cultuur 2022, blz. 24. Het verbaast dan ook niet dat met name jongeren en hoogopgeleiden, volgens de cijfers de meest actieve cultuurbeoefenaars en -bezoekers, zich ontevreden tonen over het Brabantse aanbod.[7]Waarde van Cultuur 2022, blz. 62. En weliswaar lijken Brabanders van 50 jaar en ouder het meest tevreden over het aanbod, in hun gedrag demonstreren zij die tevredenheid niet: net als de jongeren verlaten zij voor hun cultuurconsumptie in toenemende mate de provincie.[8]Waarde van Cultuur 2022, blz. 67. Mij lijkt het een onderwerp van zorg voor bestuurders die de mond vol hebben van leefbaarheid en vestigingsklimaat en juist om economische redenen jongeren en hoogopgeleiden zo graag aan de provincie willen binden.

Investeringen

En wie dan op zoek gaat naar de oorzaak van de kwetsbaarheid van de Brabantse culturele sector komt onvermijdelijk uit bij de investeringen die de lokale overheden doen. Dat is, zo bleek ook weer bij de presentatie van de Waarde van Cultuur, een pijnlijk onderwerp. Daar pleitte Jeroen van der Zweth, hoofd cultuur van de gemeente Den Bosch, voor een eerlijker verdeling van het rijksgeld voor cultuur. Daar is uiteraard niemand tegen. Die verdeling is scheef, zelfs als je accepteert dat Amsterdam de culturele hoofdstad van Nederland is en dus een onevenredige hap uit de landelijke koek neemt. Maar zo’n pleidooi voor een eerlijker verdeling vraagt wel dat het eigen huis op orde is. En dat is het niet.
CBS-cijfers op basis van de jaarrekeningen van gemeenten en provincies laten zien dat uitgedrukt in uitgaven per hoofd van de bevolking in Brabant zowel de provincie als de gemeenten achterblijven bij het landelijk gemiddelde, dat dus Brabant daar op het lage niveau presteert dat correspondeert met de bescheiden infrastructuur. Weliswaar is in Brabant net als in de rest van Nederland het totaal van uitgaven door de lagere overheden aan cultuur van 2017 naar 2019 toegenomen, maar die toename was in Brabant veel geringer dan elders en kwam bovendien volledig voor rekening van de provincie. De gemeentelijke uitgaven aan cultuur daalden: van €106 per hoofd van de bevolking naar €95. Met als gevolg dat het Brabantse aandeel in de landelijke cultuuruitgaven is afgenomen. In de landelijke rangorde deelt Brabant, met, provincie en gemeenten samen, €128 per hoofd van de bevolking, nu de een-na-laatste plaats met Overijssel. Het laat alleen Flevoland nog achter zich.[9]Waarde van Cultuur 2022, blz. 108-109; Rob van der Holst & David Wilmink, Rapportage onderzoek detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies, jaarrekening 2019, CBS 2020. Ik geef meteen toe: de naar verhouding bescheiden middelen zijn het afgelopen decennium slim ingezet. Met incidentele investeringen via het provinciale impulsgeldenprogramma, de talenthubs, het cultuurfonds Brabant C en gemeentelijke makersregelingen zijn bestaande activiteiten opgeschaald en is de kwaliteit en de zichtbaarheid van het Brabantse cultuuraanbod vergroot. Dat heeft ertoe geleid dat het Brabantse aandeel in de landelijke koek, in 2013-2016 nog geen twee procent, inmiddels meer dan verdrievoudigd is. Maar omdat die versterking niet is gevolgd door een geleidelijke groei van de structurele ondersteuning door gemeenten en provincie en instellingen zich dus gedwongen zagen steeds meer met (te) weinig mensen te doen, is de sector als geheel er uiteindelijk kwetsbaarder door geworden. Dat is wat de coronacrisis heel zichtbaar maakt.
Het is een werkelijkheid die onder ogen moet worden gezien. Van bestuurders mag worden verwacht dat ze bereid en in staat zijn die werkelijkheid voor hun rekening te nemen en dat ze, als ze dat niet kunnen of willen, zich inzetten om de werkelijkheid te veranderen. En dan helpt het niet als ambtenaren en bestuurders proberen de juistheid van de door henzelf aangeleverde cijfers in twijfel te trekken. Natuurlijk: je kunt, wat Jeroen van Zweth graag wilde, appels en peren bij elkaar optellen, de Bossche investeringen in het culturele vastgoed optellen bij de directe uitgaven aan cultuur. Maar dan moet je dat uiteraard bij alle gemeenten doen. En dan zul je zien dat het effect op de onderlinge verhoudingen gering is, dat hooguit, door de grote schommelingen in die investeringen, de fluctuaties van jaar op jaar groter zullen worden en het zicht op de trend dus wordt verduisterd. En, wellicht, dat het verschil tussen grote en kleine gemeenten (waarvan Brabant er veel heeft) nog groter wordt.
Begrijp me goed: ik vind dat Brabantse overheden veel meer in cultuur moeten investeren, omdat ik ervan overtuigd ben dat dat in het belang van de Brabantse samenleving is, maar ik ben ook een overtuigd democraat. Bestuurders hebben het recht om weinig, minder of zelfs niets aan cultuur uit te willen geven. Maar een besluit daartoe moet wel de uitkomst zijn van een democratisch proces, waarin kennis genomen kan worden van feiten. Gesjoemel met cijfers of het creëren van alternatieven werkelijkheden schaden dat proces.[10]Cf. Marcia Luyten, ‘De heksenjacht op de ratio heeft de grootste volkspartij bereikt’, De Volkskrant 21 juni 2022. Met een kleine variant op de Governance Code waar culturele instellingen geacht worden zich aan te houden zou ik dus tegen Brabantse bestuurders zeggen: leg uit of pas aan!

Referenties

Referenties
1 Bo Broers, Henk Vinken, Gosuin van Heeswijk (coördinatie en redactie), Waarde van Cultuur 2022, Kunstloc Brabant, Het PON & Telos, Pyrrhula Research Consultants, Boekmanstichting 2022. Eerdere edities: Bo Broers, Rogier Brom, Britte van Dalen, Jenneke Harings, Ruben Smeets, Henk Vinken (coördinatie en redactie), Waarde van Cultuur, bkkc|brabants kenniscentrum kunst en cultuur, Het PON, Telos, Pyrrhula Research Consultants, Boekmanstichting 2018 en Bo Broers, Britte van Dalen, Henk Vinken, Jenneke Harings, Rogier Brom, Ruben Smeets (coördinatie en redactie), Waarde van Cultuur 2020, Kunstloc Brabant, Het PON, Pyrrhula Research Consultants, Boekmanstichting 2020.
2 Waarde van Cultuur 2022, blz. 149-160.
3 Waarde van Cultuur 2022, blz. 113-120.
4 Waarde van Cultuur 2022, blz. 120-121.
5 Waarde van Cultuur 2022, blz. 59.
6 Waarde van Cultuur 2022, blz. 24.
7 Waarde van Cultuur 2022, blz. 62.
8 Waarde van Cultuur 2022, blz. 67.
9 Waarde van Cultuur 2022, blz. 108-109; Rob van der Holst & David Wilmink, Rapportage onderzoek detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies, jaarrekening 2019, CBS 2020.
10 Cf. Marcia Luyten, ‘De heksenjacht op de ratio heeft de grootste volkspartij bereikt’, De Volkskrant 21 juni 2022.

Artikel delen? Graag!

Cultuur als investering
Put your money where your mouth isPut your money where your mouth is!